Afvalbedrijf uit Bergen groeit onstuimig door 'geheime potjes'

3 min read - published on June 21, 2022

Door Peter Heesen - Dagblad de Limburger

Stiekem groeide N+P uit Nieuw Bergen uit tot een multinational met 230 miljoen euro omzet en 600 werknemers. En de rek is er nog lang niet uit. Mede door de geheime potjes van oprichter Karel Jennissen.

Prominent in het kantoor van Karel Jennissen in Nieuw Bergen hangt een document in een grote lijst: een mavodiploma. Jennissen behaalde het in 1975. Bijna een halve eeuw later is hij eigenaar van een afvalbedrijf dat in 2028, als gevolg van forse uitbreidingen, naar verwachting een miljard euro omzet. Het heeft nu zeshonderd werknemers en vier fabrieken in Nederland en Engeland.

Jennissen (65) leidt de onderneming met zijn zoons Lars, Stijn en Jens. Het
bedrijf verdient zijn geld onder meer door van afval brandstoffen te maken die
steenkool vervangen.

Ontslag
N+P dus. Nooit van gehoord? Dan bent u niet de enige. Tot vorige maand had de Limburger nog nooit geschreven over het bedrijf, dat zetelt in Nieuw Bergen, maar zijn fabrieken buiten Limburg heeft. In januari meldde N+P in een persbericht de overname van ‘een van de grootste recyclingbedrijven in het Verenigd Koninkrijk’. De aanwinst, met een sorteerinstallatie van 130 meter, brengt de omzet op 230 miljoen euro. Jennissen: „Niet slecht voor een boertje uit Bergen, toch?” Met ‘slechts’ mavo, had hij toe kunnen voegen.
Jennissen werkte begin jaren negentig bij een kalkzandsteenfabriek. Hij raakte gefascineerd door het afval en zag mogelijkheden voor hergebruik. Het bedrijf vond dat geen kerntaak, waarop Jennissen in 1992 ontslag nam. De vader van drie kinderen, die net een nieuw huis had gebouwd, begon een afvalbedrijf. Bij grote bedrijven kwam de eenpitter vaak niet voorbij de receptie. Hij besloot samen te werken met een Duitse geloofsgenoot: Noack. Ze richtten Noack+Partner op, kortweg N+P. Ineens gingen er wel deuren open. N+P voorzag steenfabrieken van papierafval, dat werd gebruikt om poreuze stenen te maken. Het papier werd in de klei gestopt en verbrandde in de oven, waardoor holtes ontstonden die de steen lieten ‘ademen’. Ook startte N+P in 1995 met de ontwikkeling van alternatieve brandstof. De basis was een idee van DSM, dat niet aan de verwachtingen voldeed. N+P nam de patenten over. Van afval dat niet herbruikbaar is, werd een brandstof gemaakt die fossiele brandstoffen kan vervangen. Dat is goedkoper dan steen- en bruinkool en beperkt de CO2-uitstoot. Zo had Jennissen 2 het voor ogen.

Doorbraak
Jennissen kocht Noack in 1997 uit en bouwde het familiebedrijf uit. „We
hebben inmiddels zo’n twintig patenten. Het heeft miljoenen gekost om het
idee van DSM door te ontwikkelen tot de producten die we nu hebben.” Voor
cementfabrieken is bijvoorbeeld een alternatieve brandstof bedacht die
steenkool voor 100 procent kan vervangen. En tijdens een proef in Japan draaide een kleine elektriciteitscentrale vier dagen alleen op de N+P-staafjes. „Een doorbraak”, zegt Jennissen. Hij toont plastic potjes met verschillende staafjes, pellets genoemd. „Deze toepassing is geheim. Daarom zit-ie in een ondoorzichtig potje.” Hij pakt een ander potje met zwarte staafjes. „Hierover mag ik ook niets zeggen.”

Cowboys
N+P verwerkt afval uit heel Europa. Alles wat herbruikbaar is, tot de kleinste
snipper, wordt eruitgehaald. De rest gaat de verbrandingsoven in. „Dat is
handel voor ons. Storten is in veel landen duurder dan verbranden.” Bovendien
komt op een stortplaats methaan vrij, dat bijdraagt aan de opwarming van de
aarde. Door afval te verbranden wordt stroom opgewekt, met de restwarmte
worden huizen verwarmd. Veel afval wordt hergebruikt. In Rotterdam heeft N+P een grote installatie overgenomen die de inhoud van de ‘gele zakken’ sorteert: plastic, metaal en drankkartons (pmd). N+P heeft echter vooral een reputatie als producent van alternatieve brandstoffen. In Groningen is er speciaal een fabriek voor gebouwd, mede gefinancierd door de provincie Limburg. Het wrange, aldus Jennissen, is dat het product niet in Nederland gebruikt mag worden, wel in het buitenland. „Volgens de regels in Nederland is het afval en blijft het afval, volgens ons is het een nieuw product. Het bedrijf Black Bear Carbon, dat in Limburg van oude autobanden weer nieuwe wil maken, heeft hetzelfde probleem. De regels zijn jaren geleden aangescherpt, omdat in het verleden veel cowboys actief waren in de afvalwereld. Ze roerden wat in een potje, noemden het ‘een product’ en vroegen er veel geld voor.”

Huisvuil
Dat N+P sinds kort de publiciteit zoekt, heeft ermee te maken dat de politiek mag weten dat ook het Bergens bedrijf met dit probleem kampt. Bovendien
zoekt het knappe koppen, maar die moeten wel van zijn bestaan weten.
Overigens gaat Jennissen niet wachten tot bureaucratische obstakels worden
weggewerkt. Vóór 2028 worden elf nieuwe productielocaties gebouwd, onder
meer in Frankrijk en Oostenrijk. De financiering is mede mogelijk dankzij
investeerder Mercuria, die vorig jaar 49 procent van de aandelen verwierf. De
rest blijft van de familie. De focus ligt op Europa, maar N+P kijkt ook naar Azië en Afrika. Jennissen pakt het potje met de zwarte staafjes toch weer. „Het is van huisvuil gemaakt en bevat organische stoffen. Het is een prima alternatief voor houtpellets, die gemaakt worden van bomen. Ook in  ontwikkelingslanden belandt het huisvuil vaak op een stortplaats. Door het ter plekke te verwerken tot pellets en die voor een goede prijs te verkopen, sparen ze het milieu en creëren ze een inkomen”, verklapt hij.

cta-blog

Let’s talk about your challenge.

Our experts are happy to help you with your question or enquiry.