De wereld draait op fossiele brandstoffen. We rijden er auto van, vliegen er de wereld door rond, verwarmen er onze huizen mee, wekken er elektriciteit mee op en voorzien onze industrie ermee van energie en grondstoffen. De hele maatschappij, wereldwijd, is ingericht op de beschikbaarheid van fossiele brandstof in de vorm van kolen, olie en gas. Maar, we worden hard geconfronteerd met een zeer nadelig bijeffect van het gebruik van fossiele brandstoffen: een enorme toename van CO2 uitstoot. Dit heeft opwarming van de aarde en klimaatverandering tot gevolg. Dit gaat gepaard met uiterst negatieve, verstorende en kostbare gevolgen zoals het smelten van poolijs en gletsjers, stijging van de zeespiegel, droogte en bosbranden, zeer heftige weersverschijnselen. Daarnaast is er ook nog de grootschalige milieuvervuiling door, dominant plastic, afval die de wereldeconomie voortbrengt. Zowel de toegenomen CO2 uitstoot als groeiende afvalproblematiek hebben samen veel leed voor mens en dier tot gevolg...
Op zoek naar een nieuw evenwicht, zowel ecologisch als economisch
Gelukkig is de mensheid tijdig tot het besef gekomen dat het tij gekeerd moet worden en dat dit ook kan! Onder de noemer energie- en materiaaltransitie zijn internationale afspraken gemaakt die samenkomen in een beleid voor de Europese Unie en daarmee ook voor Nederland. Eenvoudig gezegd houdt dit in dat we een transitie moeten doormaken van traditionele fossiele brand- en grondstoffen naar duurzame en hernieuwbare alternatieven zoals wind- en zonne-energie. Daarnaast zijn er natuurlijke energiebronnen als geothermische energie (aardwarmte) en waterkracht aangevuld met o.a kernenergie. Gezien de enorme consumptie van fossiele materialen maar ook het gebrek aan alternatieven is dit een enorme uitdaging zowel mondiaal, nationaal als regionaal. Deze transitie brengt grote maatschappelijke en economische veranderingen met zich mee. Het vraagt om een nieuwe manier van denken, anders omgaan met grondstoffen en het terugdringen van energieverbruik. Naast de gewenste ecologische effecten willen we als maatschappij wel ons welvaartspeil handhaven en dus hebben we ook een nieuw economisch model nodig. Kortgezegd, ecologische veranderingen zijn pas mogelijk, en krijgen pas draagvlak, als het gekoppeld kan worden aan een economisch verdienmodel.
In onze democratische Europese Unie en dus ook in Nederland is het zo dat dergelijke transities als volgt vorm krijgen: politiek zet de lijnen uit, overheid structureert en bedrijfsleven en technologische instituties voeren uit. Maar, dit zijn geen onafhankelijke processen, ze zijn onderling sterk afhankelijk en alleen in vertrouwen en samenwerking uitvoerbaar.
De rol en positie van N+P Group
In het duurzaam krijgen van maatschappij en industrie speelt de chemie een cruciale rol. De producten die de chemie maakt zijn essentieel in ons dagelijkse leven en in de gehele industriële sector. De focus in de energie- en materiaaltransitie ligt, zo is al uit de naamgeving af te lezen, op energie en materiaal. Er is al veel geïnvesteerd in alternatieve energie door windmolens en zonnepanelen maar het elektrificeren van de industrie is een monsteropgave vanwege de enorme energiebehoefte in met name de zware industrie. Veel processen zijn commercieel en technisch simpelweg niet te elektrificeren. Ook de behoefte aan materialen is groot in de industrie. Naast energie leveren olie en gas ook het basismateriaal voor de chemische industrie om hier de gewenste producten van te maken zoals plastics, textiel, alle soorten nylons, gassen, rubbers enzovoorts. Dus is er naast alternatie brandstoffen, ook een gigantische behoefte aan alternatieve grondstoffen.
Hier komt N+P in beeld. N+P heeft een techniek ontwikkeld waarmee afval getransformeerd kan worden in waardevolle alternatieve brand- en grondstoffen, in de vorm van pellets, die enerzijds gebruikt worden als reductiemiddel (een stof die zuurstof uit ijzererts verwijdert, waardoor ijzer of staal ontstaat) in de staalindustrie. Gelijktijdig wordt door het gebruiken van deze pellets een grote reductie in CO2 uitstoot gerealiseerd t.o.v. het gebruiken van fossiele brandstoffen zoals kolen in bestaande industrieën zoals cement, kalk en energiecentrales. Afval als bron speelt in de energie- en materiaaltransitie dus een belangrijke, zo niet essentiële, rol. Door afval hoogwaardig te sorteren, het recyclebare deel her te gebruiken, gevaarlijk afval voor mens en milieu te elimineren en het niet-recyclebare deel om te zetten in brand- en grondstoffen is afval van grote toegevoegde waarde als vervanger voor fossiele varianten.
Maar dat belang gaat verder. Het product dat N+P uit niet-recyclebaar afval maakt, de zogenaamde Subcoal® pellets, kunnen ook als circulaire grondstof dienen voor de chemie. We spreken dan van Waste-to-Chemicals (W2C). Dat houdt in dat je uit afval een grondstof kunt maken waarmee de chemie volledig circulair te maken is.
Hiermee kan N+P de grondstoffenleverancier worden voor een circulaire chemie. En dat is essentieel, want zonder circulaire chemie is het onmogelijk om een circulaire maatschappij en circulaire industrie te realiseren. Een enorm bijkomend voordeel is dat hier ook meteen een verdienmodel gerealiseerd wordt, immers chemie biedt een gezond businessmodel met als uitgangspunt om zowel ecologisch als economisch perspectief te bieden.
Toekomstperspectief
Van Blauw naar Groen:
De route naar een circulaire economie
We staan aan het begin van geheel nieuwe ontwikkelingen en perspectieven; de transitie van afval naar alternatieve brandstoffen en waardevolle grondstoffen voor energie-intensieve industrieën met bijbehorende reductie van CO2 uitstoot, vermindering afval en circulariteit ten doel. Daarnaast werkt N+P actief mee aan opkomende technologieën zoals pyrolyse en vergassing door deze van hoogwaardige grondstoffen te voorzien. Afval is namelijk een mix van zeer veel verschillende elementen en fysische eigenschappen. Echter, pyrolyse heeft grondstof uit schone mono-stromen afval nodig en vergassing vereist een stabiele, homogene grondstof uit afval. Beide specificaties produceert N+P al jaren.
De energie- en materiaaltransitie betekent dat we van een fossiel gedomineerde wereld via een transitie naar een duurzame wereld veranderen. De CO2 uitstoot zal in de transitie periode sterk verminderen (blauwe fase) en in de duurzame fase is er geen fossiele CO2 uitstoot meer (groene fase). Klimaat en milieu varen hier wel bij en wij als mensen dus ook, zeker als we dit ecologische succes kunnen combineren met economisch succes, een nieuw verdienmodel om onze welvaart ook te behouden. Als gezegd betekent dit dat we afval moeten beschouwen als bron voor zowel recyclebare als nieuwe grondstoffen.
Niet-recyclebaar afval is vaak een mix van materialen die technisch moeilijk en commercieel uitdagend te scheiden zijn waardoor het nu vaak eindigt in verbrandingsovens of zelfs stortplaatsen. Toch is dit afval prima om te zetten naar bruikbare producten voor de industrie. Opgewerkt materiaal draagt al significant bij aan de blauwe fase/transitie door fossiele materialen te vervangen door alternatieve brandstoffen die aanzienlijk minder CO2 uitstoten.
Om een nieuwe keten te realiseren, gebaseerd op nieuwe grondstoffen en nieuwe industrie, is een paradigmashift nodig: afval is een bron voor grondstof, maar moet uiteraard eerst gesorteerd en bewerkt worden. Het recyclebare deel wordt gesorteerd voor mechanische recycling, het niet sorteerbare deel wordt gebruikt en verder opgewerkt tot circulaire grondstof voor de chemie. Deze worden onder de hoogste kwaliteits- en veiligheidsstandaarden, en volgens wet- en regelgeving, ingezet. Uiteraard met voortdurende aandacht voor gezondheid voor mens en milieu. N+P kan hierin fungeren als startmotor. Deze transitie kan alleen slagen als we de blauwe fase omarmen als opstap naar een groene eindoplossing. Door verder te sorteren en het niet-recyclebare afval om te zetten in bruikbare grondstoffen versnellen we de transitie van blauw naar groen. Nieuwe technologieën zoals pyrolyse en vergassing kunnen grootschalig chemische producten produceren met grondstoffen uit afval, waarmee een circulaire chemie van de grond komt.
Strategische onafhankelijkheid
Naast bovengenoemde ecologische en economische pijlers, komt er, gezien de geopolitieke ontwikkelingen met het accent op veiligheid en defensie, een derde belangrijke pijler bij, namelijk strategische onafhankelijkheid. In veel gevallen zijn landen nu nog afhankelijk van importeren van fossiele brand- en grondstoffen uit andere landen ten behoeve van basisvoorzieningen zoals energie, verwarming, maar ook voor mobiliteit. Als die materialen zoals olie, gas en kerosine door geopolitieke ontwikkelingen niet meer beschikbaar of betaalbaar zijn, dan wordt een land kwetsbaar. Dat geldt dus ook voor defensie. Zeker voor de nationale defensie als voor de Europese NAVO leden is een circulaire chemie daarom van strategisch belang. Immers met het uit afval als grondstof te produceren methanol kan voorzien worden in zowel brandstof voor vliegtuigen, schepen en rijdend materieel als in grondstoffen voor het militair-industriële complex, inclusief de productie van munitie. Gezien de ruimere financiële armslag die defensie krijgt kan zij een belangrijke investeringspartner zijn en bovendien een afnemer van de productie uit circulaire chemie, de noodzakelijke marktcreatie. Op deze wijze is er een drieslag van ecologie, economie en strategische onafhankelijkheid.
De kennis en ingrediënten zijn er, nu nog de (politieke) wil om het concreet te realiseren en de noodzakelijke randvoorwaarden te bepalen. Die noodzakelijke randvoorwaarden zijn primair om afval als grondstof te gaan zien en producten uit afval zoals de genoemde pellets een End-of-Waste (EoW) status toe te kennen. De andere randvoorwaarde is het anders omgaan met de afvalstromen, door deze niet meer nodeloos te verbranden, maar te differentiëren in laagwaardige stromen voor verbranding (t.b.v energie en restwarmte) en hoogwaardige stromen als feedstock voor de circulaire chemie. Want effectieve en winstgevende chemie gaat om grote hoeveelheden, dan hebben we het over miljoenen tonnen die slimmere sorteer processen vereisen.
Een circulaire economie: Ketenpartners
Om de daadwerkelijke transitie naar een circulaire economie van de grond te krijgen is het essentieel om politiek, bedrijfsleven, en technologische instituties met elkaar te laten samenwerken als ketenpartners. Daarnaast is marktcreatie voor de circulaire producten essentieel. Hier wordt binnen de EU hard aan gewerkt om dit met wetgeving in ieder geval voor de EU te realiseren want nu is de lineaire economie prijstechnisch nog dominant aan de circulaire economie. Essentieel is ook dat producten uit afval, zoals door N+P geproduceerd, ook die noodzakelijke productstatus krijgen zodat ze als nieuwe grondstof kunnen dienen voor nieuwe industrie en zo de gewenste ecologische, economische en strategische doelstellingen realiseren. Uiteraard volgens strikte naleving van nog op te stellen wet- en regelgeving en kwaliteitsnormen. N+P omarmt een vergaande samenwerking tussen industrie en overheid om een circulaire economie mogelijk te maken door middel van duidelijke nieuwe regelgeving en ondersteunende kaders.
Hiermee worden blokkades om te investeren in de circulaire chemie weggenomen en kunnen we concreet aan de slag. N+P zal zich maximaal inspannen om de waardeketen van circulaire chemie van de grond te krijgen, zowel uit bedrijfsbelang maar zeker ook uit het besef van maatschappelijk verantwoordelijkheid en de daarin gevoelde medeverantwoordelijkheid om de energie en materiaal transitie te laten slagen omwille van ecologie, economie (verdienmodel) en strategische onafhankelijkheid.
